Geschreven door: Jasper Spanjaart – In samenwerking met MT/Sprout
De Noorse producent van slimme laadpalen Easee wordt in de Benelux geleid door Alfred Kuijer en Stefan Dekker. In de ambitie de grootste te worden durven de twee voormalig Tesla-medewerkers een risico te nemen. ‘We hebben alle fouten gemaakt die een startup kan maken.’
Shaping the future of electricity: zo luidt de slogan van de Noorse scaleup Easee. Het bedrijf, opgericht door Jonas Helmikstøl in 2018, richt zich op het produceren van slimme ev-laders, die zich automatisch aanpassen aan álle elektrische auto’s en aan elk elektriciteitsnet. ‘Het gaat niet enkel om het creëren van een laadpunt’, stelt Stefan Dekker, sinds 2020 de eerste medewerker van de Nederlandse entiteit van Easee.
‘Noorwegen wordt altijd al gezien als voorloper van het elektrisch rijden én schone energie’, zegt Dekker. ‘Zo’n 70 procent van het energieverbruik is hernieuwbaar, terwijl het land zich continu inzet voor een balans op het net. Dat is iets waar we in Nederland veel van kunnen leren. De energietransitie wordt steeds complexer. Wij willen als greentechbedrijf daar een rol in spelen.’
Ondernemen met de Tesla-mentaliteit
Alfred Kuijer, nu country director voor Frankrijk en de Benelux, sloot zich in 2021 aan bij Easee. ‘De oprichters achter Easee hebben een plan om op lange termijn écht impact te maken. Ik ben zelf in mijn leven ook langzaam verschoven naar iemand die zoveel mogelijk wil verduurzamen. Slimme laadpalen zijn misschien niet het meest sexy product, maar je kunt er daadwerkelijk een verschil mee maken.
Kuijer komt, net zoals Dekker, af van dezelfde leerschool: Tesla. ‘Alles wat je leest over werken bij Tesla, is waar’, lacht Kuijer. ‘Ik werd in 2013 de derde verkoper in de Benelux en álles stond nog in de kinderschoenen. Ik kende veel liefhebbers van automerken, maar moest overal nog uitleggen waar Tesla eigenlijk precies voor stond. Je leert dat álles kan. Je rent van evenement naar evenement en helpt gestrande klanten. Je leert om alleen maar kansen te zien en geen problemen.’
Een mooi typerend voorbeeld komt uit Fremont, in Californië, ziet Kuijer. ‘Daar nam Tesla ooit een voormalige Toyota-fabriek over. Toen was de boodschap: als Toyota zoveel auto’s kan maken, moeten wij dat minimaal ook doen. Die spirit om zelfs de uitvinder van Lean uit te dagen, hebben we ook bij Easee omarmd. We willen de grootste worden en naar substantiële aantallen. Daar kun je sceptisch tegenover staan, maar we zien het als serieuze taak. Wij willen de nummer één worden en alles moet erop zijn ingesteld om die groei te maken.’
Uitdagingen van (te) snelle groei
De expansie van Easee ging dan ook razendsnel. Na de Nederlandse vestiging werden er al snel vestigingen geopend in Groot-Brittannië en Duitsland. Maar zoals veel startups liep ook Easee tegen de muur. ‘Als je kijkt naar de fouten van startups, scoren we hoog’, lacht Kuijer. ‘Google de meest gemaakte fouten maar, en wij hebben ze gemaakt.’
‘Ik was op vakantie Zero to one aan het lezen, het boek van de legendarische ondernemer en investeerder Peter Thiel over de meest gemaakte fouten van startups’, zegt Dekker. ‘Ik heb toen vrijwel iedere passage doorgestuurd naar Alfred, omdat het letterlijk over ons ging. Het is een dure les, maar het heeft ons ook gevormd. We durven risico’s te nemen. Als je dat niet doet, ben je te voorzichtig. Dat is ook een keus, maar past niet bij het type impact dat we willen maken.’
Leren van reorganisaties
Eén van die fouten was het aannemen van te veel personeel. ‘Dat was een pijnlijke’, zegt Kuijer. ‘We groeiden zó snel, dat het bijna financieel ongezond was dat we zoveel geld hadden. We zijn in vier jaar tijd gegaan van een kleine mkb, waar we zelf de pakketjes nog op de bus deden, naar een fase waarin we moesten reorganiseren, omdat we gewoon te veel mensen hadden aangenomen. Dat je dan mensen moet laten gaan, terwijl je weet dat ze goed zijn, is emotioneel hartstikke zwaar.’
‘We wilden zó graag groeien, dat we gewoon te hard van stapel zijn gelopen’, zegt Dekker. ‘We hadden een enorm mediaprofiel en konden alles betalen, maar achteraf had het goed kunnen zijn als we geld nodig hadden gehad. Dan heb je een soort externe checks and balances.’
Amsterdam als hub van de energietransitie
‘Terwijl we de handtekening zetten voor een groter kantoorpand binnen B. Amsterdam, moesten we eigenlijk alweer naar een nóg grotere optie’, vertelt Dekker. ‘Die flexibiliteit was wel heel fijn: je kunt van een enkel bureautje in de gezamenlijke ruimte naar een volwassen kantoor. We willen Amsterdam een Europese hub van de energietransitie maken. Alle kennis en kunde is in Nederland aanwezig om dat te doen.’
Ondanks de groeipijnen blijft de ambitie groot. Easee heeft inmiddels bijna 800.000 laders geïnstalleerd in Nederland, België, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en over heel Scandinavië. En als het aan Kuijer en Dekker ligt, komen er daar nog véél meer bij. ‘Over vijf jaar willen we de grootste speler zijn op het gebied van energiemanagement in Europa’, concludeert Dekker. ‘En de VS.’